In mijn blog over lente had ik het over het gras van de buren en de keuze om al dan niet over de schutting te klimmen. Maar om een stap te maken lijkt het gras van de buren wel makkelijker bereikbaar dan een blakend gezond gazonnetje in de eigen achtertuin.
Overstappen naar een ander bedrijf is simpel: je ziet een vacature, schrijft een briefje met je CV erbij, wordt uitgenodigd, roept wat over je ambitie en je sterke en zwakke punten, krijgt een aanbieding, zet een handtekening en je mag starten. Dat kan je gewoon doen. Niemand houdt je tegen.
Voor het maken van een interne stap is het stappenplan niet zo vastomlijnd. Je moet jezelf in de picture spelen bij de juiste mensen, een heldere ambitie hebben, er moet natuurlijk een passende vacature beschikbaar zijn en anders moet je die ook nog eens voor jezelf creëren. Tot slot moet je in sommige gevallen ook nog je ‘oude’ imago van je afschudden. Collega’s (ook je ‘nieuwe baas’) kennen je in je huidige rol. Het is maar de vraag in hoeverre zij jou geschikt achten om een zwaardere rol op te pakken. Als je nieuw binnen een bedrijf op een positie start zal er in eerste instantie vanuit gegaan worden dat je capabel bent. Je bent immers door de selectieronde als beste uit de bus gekomen, de eerste indruk heb je dan al mee. Als het je dan gelukt is in aanmerking te komen voor een nieuwe positie moet je het nog voor elkaar zien te krijgen daar ook de bijbehorende salarisontwikkeling aan te koppelen. Ook dat gaat bij een externe overstap veel vloeiender. Dat gesprek vindt sowieso plaats. Intern is dat nog maar de vraag.
Intern overstappen is dus veel ingewikkelder. Aan de andere kant kan je bij een interne overstap wel bogen op je kennis, ervaring en netwerk binnen de organisatie. Daardoor zal je veel sneller ingewerkt zijn en dus sneller profiteren van je overstap. Uiteindelijk lijkt dit wel de betere keuze.
Even doorbijten en volhouden dus?
Groeten,
Frank
Deze post (of een bewerking daarvan) is onderdeel van mijn boek ‘En nu jij!’. Klik hier voor meer info.