Het nieuwe werken, thuis werken, flexwerken, work/life-balance, flexibiliteit… In mijn stuk over resourcemanagement noem ik deze trends als redenen om aan efficiënt resourcemanagement te doen. Maar is het nieuwe werken nu echt het nieuwe werken? Gaat dat het nou worden?
Het nieuwe werken is helemaal niet meer zo nieuw, lees ik op internet. Al in 1993 (da’s dus 17 jaar geleden) werd de term gedeponeerd en schreef Desenco er een boekje over vol. De informatierevolutie duurt voort en maakt steeds meer mogelijk. Informatietechnologie, of informatie en communicatietechnologie stelt ons in staat informatie te delen, zorgt er voor dat fysieke aanwezigheid minder van belang is.
De medewerker van nu zoekt in een baan veel meer dan een manier om brood op de plank te krijgen. Het privéleven is minstens net zo belangrijk en het werk is een plek om aan zelfontplooiing te doen, of misschien om iets bij te dragen aan de maatschappij. En dat geldt zeker niet alleen voor de generaties Y en verder. Kijk maar in het nieuws. Wouter Bos en Camiel Eurlings stappen uit de politiek om meer tijd te besteden aan hun gezin. In Rondom 10 werd daar afgelopen zondag nog een uitzending aan gewijd.
Dat er iets gaande is, is dus wel duidelijk. Maar zijn ontwikkelingen als ‘het nieuwe werken’ dan de oplossing? Gaan we allemaal thuis opstarten, buiten de files om rijden, video conferencen, skypen, minder werken, papadag, voor onszelf beginnen, etc?
Werkgevers zijn aan de ene kant huiverig. Aan de andere kant werkt de helft van de Nederlandse bevolking al wel eens nieuw. Werken op afstand van je directe collega’s kan volgens mij maar in een beperkt aantal gevallen, en maar een beperkt deel van de tijd. Belangrijkste randvoorwaarde lijkt ICT. Niet voor niets zijn de early adaptors (en zijn ze nog wel early?) allemaal ICT-gerelateerde bedrijven die zelf oplossingen voor het nieuwe werken verkopen (Microsoft, Macaw, Google, YNNO).
Bij ons op de afdeling speelt dit thema natuurlijk ook. Maar onze afdeling heeft ook een belangrijke ‘loketfunctie’. Persoonlijk contact is essentieel in ons werk. Je kan niet zomaar de luiken dicht gooien en mensen verwijzen naar moderne media om via die weg het contact te hebben.
Of zit dat dus alleen maar in ons ouderwetse hoofd? Hoeveel aanwezigheid is nou echt vereist? Durven we met z’n allen elkaar te weinig vrij te laten? Vertrouwen we elkaar niet?
Vertrouwen is een andere randvoorwaarde bij het nieuwe werken. Het alternatief is overigens controle. Maar controle is alleen mogelijk wanneer het werk ook controleerbaar is. Hoe maak je dienstverlening meetbaar? Kan je het op output sturen? Creëer je dan niet juist een omgeving die dan weer niet voldoet aan de wensen en eisen met betrekking tot de zelfontplooiing en de gezelligheid die een werknemer toch ook in zijn werk zoekt?
Ik ben er nog niet uit. Ik hou het voorlopig toch maar op het oude werken. Met af en toe wat vleugjes nieuw. Vooral als er file staat.
Groeten,
Frank