De arbeidsmarkt flexibiliseert. Steeds meer mensen worden ZZP’er. We werken steeds korter bij een werkgever. We zitten hoog in de piramide van Maslow en zoeken continu naar zelfontplooiing. We zijn niet meer afhankelijk van onze werkgever. Werk vind je overal.
Ondertussen zitten we elkaar met z’n allen sinds de crisis in 2008 begon aan te kijken en te wachten totdat iemand van de pot komt. Het lijkt er op dat we collectief hebben geaccepteerd dat het even niet mee zit en dat iemand de eerste stap moet zetten, maar dat je dat vooral niet zelf moet zijn. Zolang we op de pot blijven zitten bewegen we niet. En moet de rest de plas ophouden.
Er wordt angstvallig gekeken naar beurzen, koersen, indexen, verwachtingen en forecasts. Zit er iets aan te komen? Moeten we iets gaan doen? Toch nog maar even wachten?
Zolang niemand de eerste stap zet staan we met z’n allen stil. Als niemand start begint de race niet. Moeten we net als bij de stoelendans gewoon een paar stoelen wegtrekken? In feite is dat eigenlijk al gebeurd. Maar de mensen die staan lukt het dus niet de rest in beweging te krijgen.
Zijn alle waargenomen ontwikkelingen dan dus allemaal onzin? Vinden we de geborgenheid van een vast contract, een aantal dienstjaren en een bekende werkomgeving dan dus toch belangrijker dan de flexibiliteit en het gevoel ‘zelfstandig’ te zijn?
Het zou wel de oplossing voor de crisis zijn. Gewoon met z’n allen als een gek geld gaan uitgeven. Of nee, niet als een gek. Gewoon weer je eigen koers gaan varen. Je eigen doelen weer eens afstoffen en daar voor gaan. Je eigen plan trekken en dat dan ook volgen. Als individu of als leider. Ongeacht wat de indexen en de verwachtingen zeggen. Die buig je dan vanzelf wel om.
Groeten,
Frank
Deze post (of een bewerking daarvan) is onderdeel van mijn boek ‘En nu jij!’. Klik hier voor meer info.