“Wie ben jij?”, is mijn eerste vraag in de podcast. De antwoorden gaan alle kanten op. LinkedIn profielen worden opgesomd, eigenschappen komen voorbij, de verschillende rollen die mensen hebben in het leven, of waar ze voor staan. Allemaal waar, en misschien ook wel allemaal niet waar. Want wie ben je eigenlijk?
En als je jezelf dan wil ontwikkelen, wil je dan de beste versie van jezelf worden? Luister je naar Loesje die zegt: “Wees jezelf, er zijn al zoveel anderen”? In mijn boekenkast staan boeken met titels als ‘Je bent wat je doet”, “Je bent wie je wordt” en “Ik2, de beste versie van jezelf”. Volgens de logische niveaus van Dilts en Bateson zit in ons binnenste onze identiteit. Freud heeft het over het “id” dat samen met je ego en je superego je gedrag bepaalt. Maar waar vind je dat dan? Je ware ik? Wil de ware ik nu opstaan?
Wie je bent, is geen statisch punt. Het verandert. Je leert dingen, ervaart dingen, je mening verandert. Of je daarmee nou dichter bij jezelf komt of dat je evolueert weet ik niet. Maar de vraag is of het uitmaakt. Moet je erachter komen wie je bent, hoe dat komt, waar het vandaan komt en waar dat dan toe moet leiden? Volgens mij is dat een hoop verspilde energie. In de psychologie wordt steeds minder gevraagd naar hoe je vroeger was in de zandbak. Omdat dat enerzijds een verhaal oproept dat slechts in je herinnering bestaat en door de jaren heen op allerlei manieren is gekleurd en bijgeschaafd. Anderzijds is er tussen die periode in de zandbak en het heden zo veel gebeurd dat je veranderd heeft, dat het helemaal niet meer zo relevant is hoe of wie je toen was. En heeft die ervaring je dan de ene of de andere kant op geduwd? Mensen met een negatieve ervaring in hun jeugd kunnen daardoor uit het veld geslagen worden, depressief worden, het gedrag gaan kopiëren naar hun eigen omgeving, of juist sterker worden, weerbaar en juist het tegenovergestelde gedrag laten zien. Veel ‘succesvolle’ mensen hebben iets heftigs meegemaakt in het verleden dat hun leven heeft veranderd. Veel daklozen ook.
Het leven dendert als een rivier een berg af. Het vindt zijn weg en kleine oneffenheden kunnen de stroom een andere kant op duwen. Of de oneffenheid wegspoelen. Het water sleept van alles met zich mee en slijt in. En als er een rots in wordt gegooid, baant het zijn weg er omheen. Ofwel naar een nieuw pad, of terug in de groef waarin het zat. Het is niet helemaal te voorspellen. Maar dat het water naar beneden gaat is zeker.
Ik ben ik en jij bent jij. “En dat is OK”, zou ik er achteraan willen zeggen. Maar dat is misschien een beetje suf. Maar dat is eigenlijk wel mijn punt. Je bent misschien wat je doet, maar je bent niet wat je altijd deed. Je bent misschien wie je wordt, maar je bent niet wie je altijd was. En je bent altijd de beste versie van jezelf, want je bent de enige versie van jezelf.
Hang je identiteit niet aan je functietitel, je CV of hoe je je altijd hebt gedragen op feestjes. Dat is niet wie je bent. Dat is wat je hebt gedaan. Wat je ouders deden, hoe je ouders deden, hoe je jeugd was, is allemaal verleden. Het kleurt je ervaring, maar het is niet wie je bent.
Tijdens het schrijven van deze post zit ik met de tune van ‘Wie ben ik?’ in mijn hoofd. André van Duin en Ron Brandsteder gaan onder leiding van Caroline Tensen op zoek naar de identiteit van de ander. Met allerlei vragen proberen ze de identiteit te achterhalen. Ze krijgen tips, er is een voorwerpenronde. In de tweede ronde spelen ze ‘Wat ben ik?’ Maar eigenlijk had die eerste ronde zo moeten heten. Ben ik een man? Ben ik bekend? Ben ik een acteur? Dat gaat niet over wie iemand is, maar over wat iemand is.
Waar je je nu goed bij voelt, waar je vandaag energie van krijgt, dat is wie je bent. Wat je belangrijk vindt, welke keuzes je vandaag maakt, dat is je identiteit. Vandaag. Denk ik. Wat denk jij?
Groeten,
Frank