“Maar wat heb jij gestudeerd dan?”, vroeg ze na mijn introductie en mijn vlammende betoog over wat ik doe, over mijn boeken en over mijn werk. Alsof je dit op school leert. Dat is nou net het probleem. Vanuit die gedachte richtte de Britse filosoof en schrijver Alain de Botton in 2008 The School of Life op. “Filosofen, kunstenaars, schrijvers en wetenschappers leren ons bewust te worden van thema’s waar je op school geen les in kreeg”, staat op de website te lezen. “Het meeste wat we dagelijks bedenken, is al eens bedacht. En vaak een stuk beter. Bijna drieduizend jaar intellectuele ontwikkeling biedt ons een schat aan heldere ideeën voor het dagelijks leven.” Dat is waar ik al mijn ‘wijsheid’ ook vandaan heb. Veel lezen, kijken, ervaren, praten, experimenteren, trainen, getraind worden, onderzoeken, schrijven, werken… and repeat. Hoe relevant is die vraag wat ik heb gestudeerd en hoe belangrijk zijn de keuzes die je daarna maakt? Graag neem ik je mee in mijn verhaal, omdat ik geloof dat verschillende perspectieven je op andere gedachten kunnen brengen. En je uit ieder verhaal dingen kunt halen die voor jou relevant zijn.
Na een vrij vlakke basisschoolperiode waarin ik vaak de enige was die huiswerk had of na moest blijven om mijn rekentaken af te maken ging ik met een MAVO/HAVO advies naar de HAVO. Na drie keer de hakken net over de sloot gesleept te hebben bleef ik in de vierde klas zitten. Met een eindlijst met vijf zessen en een acht (voor Engels) mocht ik mijn diploma in ontvangst nemen. Ooit las ik in de Autoweek een advertentie van de IVA in Driebergen: “De opleiding die direct aansluit bij je interesse in auto’s”. Dat was mooi. Ik las de Autoweek altijd van A tot Z, was trouwe bezoeker van de AutoRAI, dus dit was het. Dit wilde ik gaan doen. Maar ik was pas 17 toen ik van de HAVO af kwam en wilde iets beter voorbereid aan de opleiding beginnen. Samen met een vriend en klasgenoot ging ik een eenjarige MEAO-opleiding doen, Financiële Administratie. Een verkorte opleiding met vrijstellingen als je op de HAVO al vakken als Economie I en II (Handel) en Wiskunde A had gehad. Een jaar lang zat ik in de kroeg, maar behaalde toch exact genoeg punten om mijn diploma te verdienen. Na een open dag van de IVA besefte ik me dat die opleiding mij niet ging brengen wat ik wilde. Ik wilde wel iets met auto’s gaan doen, maar geen autoverkoper worden. Dan kan ik net zo goed een bredere opleiding doen en dan alsnog in de autobranche terecht komen. Die vriend van me kwam met HEAO MER: Management, Economie en Recht. Een brede, bedrijfskundige opleiding. Klonk best goed. We gingen naar open dagen in Utrecht en Amsterdam en kozen voor Amsterdam. Want dat gebouw in Utrecht was een koude betonnen doos en dat in Amsterdam was een fantastisch oud pand aan de gracht, vlak naast het Leidseplein.
De MER stond bekend als de opleiding voor mensen die niet weten wat ze willen. Je leert van alles een beetje en als je klaar bent weet je al helemaal niet wat je wil, want je hebt overal aan geproefd. Bedrijfskunde, economie, psychologie, sociologie, privaatrecht, publiek recht, sociaal recht, statistiek, rekenkunde, marketing en nog veel meer. Op een half jaar dat ik doubleerde na (het halfjaar dat ik op kamers ging) wandelde ik de opleiding door en mocht ik mijn diploma in ontvangst nemen. Gelukkig kon ik via-via aan de slag via een detacheringsclub bij Lost Boys, waar ik al gauw in dienst trad. Na een kleine twee jaar maakte ik de overstap naar Ordina, waar ik ruim dertien jaar lang alles deed wat ik kon bedenken. Daar ben ik nog steeds trots op. In een blog voor de werkenbij-site heb ik dat al eens opgeschreven.
Ik verdiepte me in resourcemanagement en bouwde aan een nieuwe business unit voor PMO. Telkens als ik expert was, begon ik me te vervelen. In het verlengde van mijn werk bij Lost Boys heb ik een business unit opgericht op het gebied van content management en die klus heb ik ook weer overgedragen toen ik ontdekte dat ik ‘manager’ zijn helemaal niet leuk vond. Ik keek wel eens over de schutting en ging ook wel eens op bezoek bij de buren, maar telkens ontdekte ik dat ik dat wat het gras groener maakte, ook aan mijn kant van de schutting kon doen. Met iedere sollicitatie buiten, maakte ik een stap binnen. Vanuit iedere functie richtte ik me op het leuker en gezelliger maken van het werk. Meer plezier, minder gedoe, meer impact.
Ondertussen had ik een eigen bedrijf opgericht, waar ik wat experimenteerde met ondernemerschap op het gebied van trainingen, workshops en boeken. Een stapje in het ondiepe noemde ik het in een blog. Binnen Ordina was ik ook al trainer en steeds meer bezig met HR en medewerkerbetrokkenheid. Binnen mijn functies, maar ook in allerlei werkgroepen en burgerinitiatieven. Ondertussen had ik mijn eerste boek geschreven waarin ik al mijn kennis had gebundeld. Uiteindelijk mocht ik vanuit corporate HR een aantal projecten doen gericht op de interne employer branding, referral en trots. En toen was de rek eruit. De koek was op.
Dat kleine stapje in het ondiepe heeft me wel geholpen om de volgende grote stap te zetten, na Ordina. Tegelijkertijd was het meer evolutie dan revolutie. Ik was allang veranderd, mijn werk alleen nog niet. En dat werd even gecorrigeerd. Mijn werk sloot weer aan bij wie ik was. Ik schreef over hoe ik niet mijn nieuwe functie ben, want een baan definieert je niet, het zou er een uiting van moeten zijn. Zo schreef ik over hoe je titel eigenlijk nooit past. Mensen zoeken mensen. En proberen dat met alle macht in een hokje te stoppen met een label erop. Alleen dat label past altijd niet. Want is veel te generiek. Zo geldt dat ook voor een functie die je hebt. Die past altijd net niet. Maar dat hoeft ook niet. Als je maar kan doen wat je wil doen, waar je dat wil doen en binnen de context waarin je dat wil doen. En niet voor 100%, maar 70 of zo.
Mijn nieuwe jas paste zo goed dat ik besloot om mijn eigen winkeltje ook onder te brengen bij mijn werkgever. Dat scheelde mij weer wat schizofrenie en bovendien een hoop administratieve onzin. Een grote verandering die niks betekent, noemde ik het. Want ik kon gewoon blijven doen wat ik deed, maar nu allemaal onder dezelfde vlag. Helemaal doen wat ik wil doen, met alle vrijheid die ik nodig heb. Ondernemen binnen een onderneming. Dat deed ik bij Ordina ook al, maar nu waren we met zijn vieren. Ik hield me bezig met de lancering, met de website, de social kanalen en deed vooral hele gave projecten bij klanten. Teams bij elkaar brengen. Strategie levend maken. Energie in organisaties blazen. Inzicht geven in zichzelf en elkaar. Ik richtte me naast persoonlijk leiderschap steeds meer op gedrag en effectiviteit. De vraag ‘waarom doen we toch zo raar in plaats van dat we gewoon leuk samenwerken?’ resulteerde in mijn tweede boek: ‘En nu echt!‘.
Toch zat er wat scheef. De plannen waren te ambitieus, de verwachtingen verschillend en de meningen verdeeld. Daarom heb ik de stap gemaakt van intrapreneur naar entrepreneur. Al vind ik ‘ondernemer’ een veel te zwaar label voor jezelf per uur of per event verhuren ten opzichte van per maand een salaris krijgen. Het kent andere onzekerheden, dat wel.
Wie of wat ik dan nu ben? Geen idee. En kan ik dat zomaar zijn? ‘Ben’ ik dan nu trainer, adviseur, spreker en auteur, blogger, programmamanager, consultant? En ‘ben’ ik manager, procesmanager, resourcemanager, consultant, PMO expert, client engagement manager, HR projectmanager en versneller geweest? En hoe zou ik dat dan nu in één titel moeten samenvatten?
Zoals ik vorige week schreef, ik heb überhaupt geen idee wat ‘de waarheid’ is, en in dit geval is dat ook helemaal geen relevante vraag. Net als de vraag wat ik gestudeerd heb. Want wat leer je nou helemaal op school? Je leert leren. Je leert op een bepaalde manier kijken. Misschien heb ik geleerd om breed te kijken. Om een brede interesse te hebben en zaken vanuit verschillende kanten te benaderen. Om dingen ter discussie te stellen. Om te ondernemen met een vast contract. Of ik deed dat altijd al en heb daarom ook die opleiding gekozen. Oorzaak en gevolg lopen door elkaar. Met nu als gevolg dat ik de relatieve vastigheid van een arbeidsovereenkomst achter me laat.
Als je dit door trekt en er verder over filosofeert, wat ik graag doe, dan kom je bij de vrije wil en het non-dualisme. Of in de religie. Zit je missie, je bestaansrecht, al vanaf het begin ingebakken en ben je vooral je hele leven bezig om er zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen? Of nog extremer: zijn alle gebeurtenissen een gevolg van je missie en drijven die je naar je bestaansrecht toe? De religieuze vraag is dan wie daarvoor verantwoordelijk is. Tegelijkertijd is dat ook de neurologische, psychologische en biologische vraag. Of een filosofische. Zijn je keuzes en je gedrag een gevolg van de processen in je hoofd die natuurlijk en logisch te verklaren zijn op basis van je conditionering en je persoonlijkheid? Of zit er een hogere kracht aan de touwtjes te trekken? Het maakt mij niet zoveel uit. Voor mij is dat grotendeels een definitiekwestie. Behalve dat je je niet slachtoffer moet maken van dat wat er gebeurt. Dat je je er niet bij neer mag leggen of het als excuus mag gebruiken. Ik schreef drie jaar geleden over de vraag hoe de zoektocht naar individueel geluk zich tot een streng christelijke opvoeding verhoudt. Een vraag die ik tussen de taart en de koffie op mijn werk kreeg. Ik schreef:
“Je bent wie je bent en je wordt wie je altijd al was. Daarmee kan het zomaar zo zijn dat jouw weg naar geluk juist het vervullen van jouw levensbestemming is. Wat nou als jij er juist bent om jouw rol te vervullen in ‘het grote geheel’? Als jouw intrinsieke motivatie alleen maar bestaat om je bestaansreden invulling te geven? Als je dwalingen, je afleidingen, je tegenslagen op je pad kwamen om je ogen te openen? Als jouw definitie van geluk nou juist dat is waar jij voor geschapen bent?”
Net als de blog waarin ik stelde dat Porscherijders Porsche kunnen rijden omdat ze de juiste mindset en skills hebben, met natuurlijk de juiste dosis geluk. De Porsche is een logisch gevolg van hun handelen. Zij reageren snel, zien mogelijkheden en durven er in te springen.
Mijn missie ontwikkelt zich steeds verder. Misschien wel steeds verder naar wat het altijd al had moeten zijn. Of ik daar twintig jaar geleden de juiste studie bij gekozen heb weet ik niet. Of ik nu doe waar ik goed in ben en wat me plezier geeft weet ik wel. En dat plezier wil ik delen want dat gun ik iedereen. Daarom deel ik graag mijn kennis, mijn ervaringen, mijn verwonderingen en mijn resultaten. Zodat jij er ook wat aan hebt.
Tot volgende week.
Groeten,
Frank
Wil je, net als ik, beter begrijpen wat je wil, waarom je dat wil en waarom je het niet doet? En concrete tips krijgen om wél verder te komen? Ik deed er onderzoek naar en deel graag met je wat ik heb ontdekt. Bestel mijn boek in de dichtstbijzijnde webshop of stuur me een berichtje.
‘En nu jij!’ geeft je tips om te ontdekken wat je wil en hoe je daar dichter bij in de buurt komt. ‘En nu echt!’ beantwoordt de vraag waarom je niet doet wat je eigenlijk zou willen doen en hoe je ondanks je rare mensenbrein toch stappen kunt zetten.